29 augustus 2021
Een groot deel van de gezondheidsproblemen in de vier grote steden is geconcentreerd bij een relatief kleine groep sociaal uitgesloten burgers. Dat concluderen Van Bergen et al. in een recente publicatie in het International Journal of Equity in Health, “The cumulation of ill health and low agency in socially excluded city dwellers in the Netherlands: how to better identify high-risk/high-need population segments with public health survey data”.
Bevolkingssegmentatie en risicostratificatie zijn belangrijke strategieën voor de toewijzing van middelen in de publieke gezondheid, de gezondheidszorg en het sociale domein. Uit de literatuur is bekend dat mensen die sociaal uitgesloten zijn en onvoldoende mee kunnen doen aan het maatschappelijk leven, vaker met gezondheidsproblemen kampen, een lagere regie over het eigen leven ervaren en als gevolg daarvan een grotere behoefte hebben aan zorg, hulp en ondersteuning.
In Nederland wordt bij gezondheidsverschillen meestal gekeken naar opleidingsniveau. Daarnaast zijn ook inkomen, migratie achtergrond en arbeidsmarktpositie bekende ‘sociale stratifiers’. Van Bergen et al. testten in hun onderzoek o.a. de hypothese dat sociale uitsluiting een sterkere sociale stratifier is dan opleidingsniveau, inkomen, migratie achtergrond en arbeidsmarktpositie, ofwel een grotere gezondheidskloof identificeert. Daarbij maakten zij gebruik van Gezondheidsmonitordata van de G4 uit 2016.
Sociale uitsluiting bleek significant beter in het identificeren van een bevolkingssegment met hoge angst- en depressieklachten en lage regie over het eigen leven dan de vier traditionele stratifiers en vergelijkbaar in het identificeren van andere gezondheidsproblemen. Bijna de helft van de prevalentie van angst- en depressieklachten en 42% van lage regie eigen leven concentreerde zich in de 10% van de bevolking die sociaal uitgesloten is.
Sociaal uitgesloten volwassenen in de G4 hadden 7.9 keer meer kans angst- en depressieklachten te ervaren en 6.4 keer meer kans op een lage regie over het eigen leven.
Afbeelding: Table 6 – Prevalence and proportion of ill health and personal control by population segment (%‘s, weighted a)
De combinatie van sociale uitsluiting en lage arbeidsmarktpositie (werkloos of uitkering) is volgens de auteurs de meest veelbelovende combinatie voor bevolkingssegmentatie. Samen identificeerden deze twee stratifiers 67,2% van de prevalentie van angst- en depressieklachten en 60,4% van de prevalentie van lage regie over het eigen leven in de volwassen populatie van de vier grote steden. Deze groep maakte 19.5% uit van de bevolking. Ook andere gezondheidsproblemen, zoals diabetes, inactiviteit en minder goed ervaren gezondheid kwamen verhoogd voor.
Uit het onderzoek kwam ook naar voren dat het verhoogde risico op angst- en depressieklachten en lage regie eigen leven bij mensen met een zeer laag opleidingsniveau (maximaal lagere school) vooral voorkwam bij degenen die óók sociaal uitgesloten waren. Dit patroon zagen de onderzoekers, in mindere mate, ook terug bij andere gezondheidsproblemen zoals inactiviteit en minder goed ervaren gezondheid en ook bij andere sociale stratifiers. Dit pleit volgens de auteurs voor een meer gedifferentieerd aanpak van gezondheidsverschillen.
De hoge concentratie van gezondheidsproblemen en met name de combinatie met lage regie eigen leven, hebben volgens de auteurs implicaties voor beleid en praktijk. In hun artikel noemen zij een aantal goede voorbeelden van interventies die rekening houden met lage regie eigen leven zoals Krachtige Basiszorg en Mobility Mentoring.
Dit onderzoek maakt deel uit van een groter onderzoek getiteld: Measuring social exclusion in routine public surveys. Eerder verschenen de volgende publicaties:
© 2024 awpg Lumens. Alle rechten voorbehouden / Disclaimer / Privacy / Realisatie: Lemon